Voorlezen:

Lettergrootte:
Lees meer

Het reilen en zeilen van het consultatiebureau

Hoe ga ik om met mijn huilbaby? Wanneer gaat mijn kind over op vaste voeding? Zou mijn kind al moeten kruipen? Voorbeelden van vragen die veel (nieuwe) ouders hebben na de geboorte van hun kind. Het consultatiebureau van Zorggroep Oude en Nieuwe Land helpt ouders juist daarbij door het geven van professioneel advies en door de ontwikkeling van het kind in de gaten te houden. 

Esther Haak is werkzaam als jeugdverpleegkundige en heeft spreekuren op het consultatiebureau op Urk. ''Tijdens de spreekuren zie ik de ouders met hun kind tussen de 0 en 4 jaar. Bij alle kinderen van twee weken oud ga ik op huisbezoek. Daarnaast help ik de ouders met hun vragen over de gezondheid en ontwikkeling van hun kind.’’

Samen opvoeden
Hoewel op Urk vooral moeders langskomen op het consultatiebureau, zag Esther dat daar afgelopen jaar verandering in kwam. ''Ik heb meer vaders op de afspraken gekregen, in de Noordoostpolder is dat al veel langer, maar ik denk dat dat komt door het thuiswerken van de ouders vanwege de coronamaatregelen. Dat ook vaders op het bureau komen vind ik een mooie ontwikkeling, want opvoeden doe je immers samen? Het leuke is dat vaders heel andere vragen stellen dan moeders. Moeders hebben bijvoorbeeld veel vragen over de voeding van het kind, en van vaders krijg ik vragen als: ''Mijn kind voetbalt met links, maar schrijft met rechts, hoe kan dat?’’’

Op het bureau
Tijdens een afspraak op het consultatiebureau wordt het kind gewogen en gemeten, en vervolgens gaat de jeugdverpleegkundige in gesprek met de ouder. ''Ik vraag altijd eerst aan de ouder of ze zelf vragen hebben. Dat vind ik heel belangrijk: de zaken bespreken waar de ouder tegenaan loopt of advies over kan gebruiken. Soms hebben ouders veel vragen, en lukt het niet om die in de 20 minuten te bespreken. Dan maak ik een belafspraak om er nog op terug te komen. Vervolgens bekijken we samen de ontwikkeling van het kind, en op den duur voeren we medisch onderzoek uit. Hierbij kijken we naar de ogen, het gehoor, het hartje, de heupen en de huid. Door deze dingen te bekijken kunnen we mogelijke afwijkingen vroeg opsporen en waar nodig verwijzen we kinderen door naar de juiste zorg. Hoe eerder deze worden behandeld, hoe groter de kans op herstel. We sporen bij deze onderzoeken regelmatig wat op.’’

Esther werd twee jaar geleden zelf moeder, en snapt nu pas écht hoe ouders zich soms kunnen voelen over hun kind. ''Als ouders nu zeggen dat ze hun kind soms wel achter het behang kunnen plakken, maar ook tot over hun oren verliefd zijn op hun kind, snap ik dat helemaal! Ik dacht toen ik zelf nog geen moeder was, dat ik het allemaal wel snapte en me goed kon inleven, maar dat inlevingsvermogen is nu op een heel ander niveau. Dat maakt mijn werk nog mooier!’’

Informeren en vaccineren
Kinderen worden op het consultatiebureau ingeënt tegen kinderziektes, als de ouders daarvoor kiezen. Op Urk is de dekkingsgraad van kindervaccinaties zo’n 62%. In de Noordoostpolder ligt dat percentage op 88,2%. Esther: ''Dat verschil is heel groot, en daarom zijn kinderen op Urk veel minder beschermd tegen de kinderziektes. Ik merk dat er op Urk een grote druk ligt op het wel of niet vaccineren van je kind. Sommigen zijn voor- of tegenstander van vaccineren, zonder dat zij zich hebben ingelezen. En juist dat vind ik heel belangrijk: lees je in om te weten waarom je ervoor kiest om wel of niet te vaccineren. Op het bureau geven wij informatie over het inenten, en daarna is de keuze aan de ouders.’’

22 wekenprik
De 22 wekenprik voor zwangere vrouwen is sinds 2019 in Nederland verkrijgbaar. Deze prik is er om antistoffen te kweken voor kinkhoest. ''Nederland is niet het eerste land dat deze prik in het vaccinatieprogramma heeft opgenomen, en gezien de vele onderzoeken die naar dit vaccin zijn gedaan – met als uitkomst dat er geen bijwerkingen zijn aangetoond - is deze prik ook heel veilig. Wat opvalt is dat deze prik op Urk veel minder vaak genomen wordt, maar buiten Urk neemt bijna iedere zwangere hem. Ik denk dat dat komt omdat er nog maar weinig aandacht aan gegeven wordt.’’ Na de 22 wekenprik zijn zowel moeder als kind beschermd tegen de kinkhoest. Het kind kan daardoor in de meeste gevallen de tweemaandenprik van het vaccinatieprogramma overslaan.

Peutercursus
Twee keer per jaar wordt de bijeenkomst ‘Peuter in Zicht’ georganiseerd voor ouders en verzorgers. Ouders krijgen er handvatten om met hun soms eigenwijze peuter om te gaan. In vier bijeenkomsten spreekt de groep over onder andere steunen, stimuleren en sturen. ''Ook eten, slapen, zindelijkheid en omgaan met driftbuien komen aan de orde. Er wordt achtergrondinformatie gegeven over het gedrag van de peuter en er wordt vooral het gesprek aangegaan met ouders. De sfeer is open en luchtig en er worden veel herkenbare situaties besproken. Het is een nuttige cursus, maar vooral ook heel leuk’’, zegt Esther.

Direct contact
''We vinden het op het consultatiebureau heel belangrijk dat ouders ons altijd kunnen benaderen. Ik geef daarom altijd mijn telefoonnummer aan de ouders, zodat ze mij bij grote en kleine vragen kunnen berichten of bellen’’, vertelt Esther. ''Zo ontvangen ouders snel antwoord, en kunnen meteen verder als ze ergens tegenaan lopen. Wachten tot een officiële afspraak is dus niet nodig.’’

Scholen
De GGD biedt standaard in groep 2, groep 7 en op het voortgezet onderwijs een gezondheidsonderzoek aan voor alle kinderen. ''Het kan zijn dat er tijdens de preventieve gezondheidsonderzoeken vragen of zorgen zijn rondom het opvoeden of opgroeien van een kind. De JGZ kijkt dan samen met ouders en het kind wat het nodig heeft. Dat kunnen tips en adviezen zijn, maar soms ook een verwijzing naar een specialist.’’ Ook in coronatijd was de GGD ondersteunend voor ouders, kinderen en scholen. ''Scholen hadden vragen over hoe om te gaan met de nieuwe situatie en we merkten dat veel leerlingen het lastig vonden om schoolwerk bij te houden. Ook waren ouders die thuis werkten soms overbelast. In dit soort situaties dachten wij mee en gaven wij tips en adviezen.’’ 

Bron: Magazine Opgroeien van de gemeente Urk

 

Meer nieuws

Klaver
Bellen Werken bij